5 min leestijd | 12 oktober 2021

De "stijve' schouder deel 1 - Frozen schouder

In onze eerdere blog over de schouder bespraken we de ‘zwakke/pijnlijke schouder’. Jerry onze topper van NEURORESET Hoorn benoemde hoe je zelf al snel invloed hierop kan uitoefenen. Het vergroten van de belastbaarheid stond daarbij voornamelijk centraal. Doormiddel van krachttraining van alle spiergroepen die de schouder laten bewegen.

Naast de ‘zwakke/pijnlijke schouder’ zien we bij NEURORESET nog twee andere categorieën, de ‘stijve schouder’ en de ‘instabiele schouder’. Vandaag gaan we het vooral hebben over de stijve schouder en dan de Frozen Shoulder. Eerst leggen we in het kort uit waar het schoudercomplex uit bestaat.

Wil jij ook de andere delen lezen? Lees hier over het Frozen Brain of over Artrose en Trauma.

De anatomie van de schouder

Het schoudercomplex bestaat uit 4 gewrichten ook wel genoemd botverbindingen:

  1. Bovenarm – schouderblad
  2. Schouderblad – ribbenkast
  3. Sleutelbeen – schouderblad
  4. Sleutelbeen – borstbeen

Samen zorgen deze gewrichten ervoor dat je veelzijdig kunt bewegen. Alles wat je met je armen kunt. Van het pakken van de ontbijtgranen bovenin de kast tot het gooien van een bal. Wanneer 1 van deze gewrichten minder goed beweegt (om welke redenen dan ook), heeft het vaak gevolgen voor de hele schouder. Het is dus van belang dat alle botverbindingen zich goed met elkaar blijven verhouden.

frozen shoulder

De botverbindingen worden bij elkaar gehouden door allerlei ligamenten (banden) welke met elkaar het kapsel vormen van het gewricht. Ook ontspringen en hechten er pezen aan op het botweefsel samen met het vlies wat we fascia noemen. Vanuit de pezen en fascia verlopen spieren in elkaar over, welke door vaten en zenuwen gevoed zijn. Al met al heeft ons lichaam een indrukwekkende architectuur.

We kunnen een schouder stijf noemen wanneer er een significant verlies is van zowel de actieve als passieve bewegingen. Actieve bewegingen zijn de bewegingen die je zelf maakt en de passieve die iemand anders voor je zou maken zonder dat je meehelpt (en spieren aanspant). Denk bij passieve bewegingen aan dat iemand anders je arm optilt terwijl je het ledemaat slap laat hangen. Het heffen en naar buiten draaien van de arm zijn het vaakste getroffen.

Zoals je nu weet zijn er een heleboel structuren die stijver kunnen worden. Zo kunnen niet alleen de spieren verstijven maar ook pezen, kapsel en gewrichten. Ook kan een val op de schouder de reden van stijfheid zijn door een botkneuzing, botbreuk of zelfs een (sub)luxatie (uit de kom).

Het ervaren van pijn in de schouder kan ervoor zorgen dat de beweeglijkheid verder afneemt.

Het ervaren van pijn in de schouder kan ervoor zorgen dat de beweeglijkheid verder afneemt.

Frozen shoulder

Eén van de bekendste verstijvingen in de schouder is ‘adhesieve capsulitis’ in de volksmond ook wel ‘frozen shoulder’. Deze aandoening karakteriseert zich door het stijver worden van het gewrichtskapsel van de bovenarm -schouderblad botverbinding.

De naam ‘adhesieve capsulitis’ suggereert dat er een verkleving is. De term werd in 1945 gebruikt door een Amerikaanse chirurg en is altijd blijven hangen. Recent onderzoek toont aan dat er geen verklevingen zijn bij een frozen shoulder (1). We noemen het daarom ook liever ‘capsulitis’.

Volgens de nieuwste inzichten bestaat het ziektebeeld uit een auto-immuunreactie gevolgd door een kettingreactie van ontstekingen in het kapsel. Er ontstaat een ingroei van nieuwe bloedvaten vanuit de bestaande vaten. Hierdoor verdikt het kapsel en verandert het bindweefsel (2).

Per jaar krijgt twee tot vijf procent van de bevolking tussen de 40-70 jaar capsulitis. Vrouwen zijn drie keer vaker getroffen dan mannen (3). Capsulitis wordt vaak geclassificeerd als primair of secundair. Primair betekent dat er geen aanwijsbare oorzaak is.

Bij secundaire capsulitis spelen er verschillende risicofactoren mee die we kunnen onderverdelen in drie categorieën. Zo zijn er systemische risicofactoren als de metabole en cardiovasculaire gezondheid, algehele ontstekingsgraad en genetische aanleg. Daarnaast zijn er extrinsieke factoren die een rol kunnen spelen zoals inactieve leefstijl, algemene trauma’s, CVA’s maar ook wortelbeknellingen van de uittredende zenuwen in de nekwervelkolom. Als laatste categorie zijn er intrinsieke risicofactoren zoals schoudertrauma’s, schouderoperaties, rotator cuff aandoeningen en het injecteren van de schouder met ontstekingsremmers. (4)

 

Hoelang duurt capsulitis precies?

Tussen de 12 en 42 maanden waarbij het gemiddeld genomen 30 maanden duurt voordat het voorbij is. Meer dan 90% van de gevallen herstelt zonder enige behandeling maar toch houdt 40% van de getroffen nog steeds klachten na vier jaren (5).

In de eerste fase (freezing) is er een flinke toename van pijn en stijfheid in de schouder. Met name de het heffen en naar buitendraaien van de arm beperkt flink zowel in actieve als passieve bewegingen.

De tweede fase (frozen) karakteriseert zich door een flinke beperking in bewegen en een constante pijn die niet af lijkt te nemen.

In de derde fase (thawing) begint de schouder weer te ontdooien, de beweeglijkheid neemt weer toe en de pijn begint af te nemen (3).

Het is aan te raden om bij verdenking op capsulitis ernstige ziekten uit te sluiten met behulp van beeldvorming (6).

Wil jij meer weten over HERSTEL?

- 20 min. advies gesprek
- Informatie over je gezondheid
- Advies over blessures, voeding en training
- Opmaat gemaakt plan
GRATIS

Wat is de beste therapie?

Uiteindelijk is het natuurlijk essentieel om te weten wat je moet doen bij het hebben of krijgen van capsulitis. Eén ding weten we zeker en dat is dat ‘niets doen het niet zal verbeteren’.

Goed management van deze klachten kan dan ook een verschil maken. We kunnen hierin drie dingen benadrukken die je kunnen helpen:

  1. Het geven advies & educatie.
  2. Het aanmoedigen en laten ervaren van lichamelijke beweging.
  3. Het op de juiste manier belasten van de schouder.

Het beïnvloeden van pijn:

Goed in beweging te blijven, ontspanning, het toepassen van warmte, het statisch aanspannen van spieren (zonder te bewegen).

Het beïnvloeden van beweeglijkheid:

Toepassen van mobiliserende oefeningen.

Het verbeteren van je leefstijl:

Gezonder eten, Stoppen met roken, sporten, stress- & angstmanagement.

WEL of niet trainen?

Wat wij graag met jou doen in de therapie is de schouder belasten doormiddel van krachttraining. Het verbetert namelijk niet alleen de beweeglijkheid maar het heeft ook tal van andere voordelen zoals pijndemping.

 

Door de schouder zwaar en langzaam te belasten met in achtneming van pijn hebben we positieve invloed op de klachten :

  • Toename van lengte van structuren zoals bijvoorbeeld spieren
  • Toename van gewrichtsmobiliteit
  • Toename van kracht

(16, 17)

Feiten en fabels

  1. Ernstige pijn en stijfheid betekent niet dat ernstig beschadigt of gebroken is.
  2. Capsulitis is een langdurige aandoening.
  3. Er zijn bestaan geen snelle & magische oplossingen.
  4. Er zijn veel manieren om ermee om te leren gaan.
  5. Goed management van de klacht kan voor verbetering zorgen.
  6. Ontstekingsremmende injecties hebben een slechte wetenschappelijke onderbouwing (9).
  7. Een operatie geeft op langere termijn dezelfde resultaten als het krijgen van fysiotherapie (10).
  8. Manuele Therapie geeft geen structurele verbeteringen maar het KAN als prettig worden ervaren en de pijn verlichten (11, 12, 13, 14). Het kan worden ingezet om jou te helpen beter te gaan bewegen.
  9. Stretchen zorgt niet voor langere spieren, je verandert alleen je perceptie van pijn (15).

Conclusie

Het allerbelangrijkste bij schouderblessures is dat je niet alleen maar kijkt naar wat er niet goed is. Met goed management van de klachten is er veel mogelijk om klachten te beïnvloeden.

Bij NEURORESET zijn we kritisch maar kijken we juist met jou naar de mogelijkheden in plaats van alleen de beperkingen te zien. Wij helpen jou graag pijnvrij te leven en jouw maximale potentieel te bereiken.

OVER DE SCHRIJVER:

Mijn naam is Simon Klazinga. Toen ik in 2010 klaar was bij het CIOS in Heerenveen ben ik direct begonnen met de studie fysiotherapie in Groningen. In 2014 was ik afgestudeerd en vertrok ik naar Zwitserland om als fysio mijn eerste werkervaring op te doen.

In 2016 ben ik teruggekeerd naar Groningen en heb ik bij andere grote praktijken in de stad gewerkt. Om mensen nog beter te kunnen helpen, heb ik toen de stap gezet naar een eigen praktijk.

Simon Klazinga

DOWNLOAD HET GRATIS
E-BOOK

Bronnen

  1. Abrassart S (2020) ‘Frozen shoulder’ is ill-defined. How can it be described better? EFORT Open Rev. May; 5(5): 273–279
  2. Kraal T (2020) The puzzling pathophysiology of frozen shoulders – a scoping review. J Exp Orthop. Nov 18;7(1):91.
  3. Lewis J (2015) Frozen shoulder contracture syndrome – Aetiology, diagnosis and management. Man Ther. Feb;20(1):2-9.
  4. Wang K (2013) Risk factors in idiopathic adhesive capsulitis. J Shoulder Elbow Surg. Jul;22(7):e24-9.
  5. Hand C (2008) Long-term outcome of frozen shoulder. J Shoulder Elbow Surg. Mar-Apr 2008;17(2):231-6
  6. Quan GM (2005) Lessons learnt from the painful shoulder; a case series of malignant shoulder girdle tumours misdiagnosed as frozen shoulder. Int Semin Surg Oncol. Jan 12;2(1):2.
  7. Hollmann L (2018) Does muscle guarding play a role in range of motion loss in patients with frozen shoulder? Musculoskelet Sci Pract. Jul 6;37:64-68.
  8. Dieterich A (2020). Neck Muscle Stiffness Measured with Shearwave Elastography in Women with Chronic Neck Pain, JOSPT, 50, 4, 179-188
  9. Alsubheen, S (2019) Effectiveness of Nonsurgical Interventions for Managing Adhesive Capsulitis in Patients With Diabetes: A Systematic Review. Archives of physical medicine and rehabilitation, 100(2), 350–365.
  10. Rangan A (2020) Management of adults with primary frozen shoulder in secondary care (UK FROST): a multicentre, pragmatic, three-arm, superiority randomised clinical trial. Lancet. Oct 3;396:977-989.
  11. Van den Dolder PA (2012) Effectiveness of soft tissue massage and exercise for the treatment of non-specific shoulder pain: a systematic review with meta-analysis. Br J Sports Med.
  12. Leininger BD (2014) No strong evidence that the addition of joint mobilisation to an exercise programme improves outcomes for shoulder dysfunction. Br J Sports Med. Aug;48(15):1196-7.
  13. Page MJ (2014) Manual therapy and exercise for adhesive capsulitis (frozen shoulder). Cochrane Database Syst Rev. Aug 26;8:CD011275
  14. Noten S (2016) Efficacy of Different Types of Mobilization Techniques in Patients With Primary Adhesive Capsulitis of the Shoulder: A Systematic Review. Arch Phys Med Rehabil. May;97(5):815-25.
  15. Weppler CH (2010) Increasing muscle extensibility: a matter of increasing length or modifying sensation? Phys Ther. Mar;90(3):438-49.
  16. O’Sullivan K (2012) The effects of eccentric training on lower limb flexibility: a systematic review. Br J Sports Med. Sep;46(12):838-45.
  17. Timmins RG (2015) Architectural Changes of the Biceps Femoris After Concentric or Eccentric Training. Med Sci Sports Exerc. Oct 12.
  18. Vincent, T (2019) Mechanoadaptation: articular cartilage through thick and thin. J Physiol, 597: 1271-1281.
  19. Nakagawa Y (1999) Epidemiologic study of glenohumeral osteoarthritis with plain radiography. J Shoulder Elbow Surg. Nov-Dec;8(6):580-4.
  20. Naranjo A (2002) Abnormal sonographic findings in the asymptomatic arthritic shoulder. Scand J Rheumatol. 31(1):17-21.
  21. Macías-Hernández SI (2017) Glenohumeral osteoarthritis: overview, therapy, and rehabilitation. Disabil Rehabil. Aug;39(16):1674-1682.
  22. Ansok CB (2018) Optimal management of glenohumeral osteoarthritis. Orthop Res Rev. Feb 23;10:9-18
  23. Rangan A (2015) Surgical vs nonsurgical treatment of adults with displaced fractures of the proximal humerus: the PROFHER randomized clinical trial. JAMA. Mar 10;313(10):1037-47.
  24. Cunningham G 2011 Posterior dislocation of the shoulder, challenges in diagnosis and management. Rev Med Suisse. Dec 21;7(322):2489-93.